Nutriman brengt kennis naar praktijkgroep BBB-West

Het doel van de bijeenkomst (4 december 2020) was om een discussie te voeren over de toepasbaarheid van verschillende soorten alternatieve meststoffen. In dit geval ging het over vloeibare ammonium sulfaat (ID: 266), mineralenconcentraat (ID: 520) en verschillende andere soorten kunstmestvervangers in deze regio.

 De voornaamste vragen die ondernemers hadden op het gebied van deze meststoffen hadden te maken met de applicatie: ‘Als een sleepslang bemester gebruikt wordt, waarbij kunstmestvervangers worden toegevoegd aan de dierlijke mest, is het dan nog nodig om met kunstmest te bemesten? Hoeveel kunstmest kan je dan besparen’, Als akkerbouwer hebben onze gewassen specifieke nutrienten nodig in een specifieke hoeveelheid. Is het mogelijk om te kijken hoeveel nutrienten je precies brengt met de sleepslang bemester en om hier ook op te sturen?’ en ‘Hoeveel kunstmestvervanger kan je gebruiken als je dit combineert met het uitrijden van drijfmest? Wat zijn daarin de juiste verhoudingen?

Tijdens de discussie werden een aantal van de antwoorden op de bovenstaande vragen besproken. De loonwerker die de sleepslang bemesting aanbiedt zei dat ze niet precies konden inschatten hoeveel kunstmest je kan besparen door kunsmestvervangers toe te voegen aan de drijfmest. Aangaande de vraag rondom het regelen van de hoeveelheid nutrienten die op het veld wordt gebracht zei de loonwerker dat dit er goed lukt. Er kunnen namelijk exacte hoeveelheden gemeten worden door de machine. Als laatste werd de vraag over de verhoudingen beantwoord door de loonwerker, de meest gebruikte verhouding op dit moment is 75% drijfmest en 25% kunstmest.

Er waren drie melkveehouders en één akkerbouwer aanwezig. De akkerbouwer bracht de discussie op gang aangaande het plaatsen van fosfaat op het juiste moment voor de plant. Het is een mogelijkheid om hiervoor rundvee filtraat of varkens filtraat te gebruiken in combinatie met een kleine precisiebemester. Hierbij breng je het in de ruggen van de aardappelen. Een andere tip van de deelnemers was het gebruik van ammonium sulfaat bij het aanaarden van de aarddappelen. De twee melkveehouders hadden dezelfde vraag over of zij kunstmestvervangers kunnen gebruiken om de kwaliteit van eiwit in hun gras omhoog te krijgen. Zij willen meer darm verteerbaar eiwit in hun gras. Een aanwezige expert gaf aan dat het gebruikt van ammonium meststoffen hier aan bij kan dragen. Omdat ammonium minder snel beschikbaar is dan nitraat voor de plant.

Een andere optie die overwogen wordt door twee andere ondernemers is het toepassen van additieven aan de mest, welke claimen te zorgen voor een efficiënter gebruik van nutrienten in de mest. Dus minder uitspoeling. Één ondernemer had magnesium chloride gemengd door de mest en een andere had het product Agrimest toegevoegd aan zijn drijfmest. Beide producten worden volgend jaar gebruikt tijdens de proeven, en zullen daarmee getest worden.

Voor het plaatsvinden van de discussie heeft Rembert van Noort de veranderingen in de Europese mestwetgeving aangaande kunstmest en de RENURE criteria, opgesteld door het Joint Research Centre, gepresenteerd. En is het ‘farmers platform’ op de site van Nutriman gepresenteerd. Aan de hand van de site zijn de infosheets, practice abstracts en training materials van de twee bovengenoemde meststoffen gepresenteerd.